-
1 attribute
n. goede eigenschap; eigenschap; bijvoegelijke bepaling (in grammatica)--------v. toeschrijven aan; toewijzen aanattribute1[ ætribjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 attribuut ⇒ kenteken, symbool————————attribute2♦voorbeelden:attribute a play to Shakespeare • een stuk aan Shakespeare toeschrijven -
2 attribution
n. eigenschap; toeschrijving[ ætribjoe:sjn]
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский